1. Speciale gevallen moeten worden berekend:
A, verwarmingsvermogen of vriesvermogen KW = W×△t×C×S/860×T
W= vormgewicht of koelwater KG
t= het temperatuurverschil tussen de gewenste temperatuur en de starttemperatuur.
C= specifieke warmte-olie (0,5), staal (0,11), water (1), plastic (0,45~0,55)
B, zoek de maat van de pomp
Noodzaak om het vereiste pompdebiet en de druk (opvoerhoogte) van de klant te kennen
P(druk Kg/cm2)=0,1×H(hoofd M)×α(soortelijk gewicht van warmteoverdrachtsmedia, water =1, olie =0,7-0,9)
L(vereiste mediastroom L/min)=Q(vereiste warmte Kcal/H)/C(mediaverhouding heet water =1 olie =0,45)×t(temperatuurverschil tussen circulerende media en schimmel)×α×60
2. Keuze van de vriezercapaciteit
A, Q(invrieshoeveelheid Kcal/H)=Q1+Q2
Q1 (warmte Kcal/H grondstoffen in de mal) = W (gewicht KG grondstoffen geïnjecteerd in de mal per uur) × C × (T1-T2) × S (** coëfficiënt 1,5 ~ 2)
T1 temperatuur van de grondstof in de materiaalbuis; T2 Temperatuur wanneer het eindproduct uit de mal wordt gehaald
Q2 Warmte gegenereerd door hotrunner Kcal/H
B, snelle berekeningsmethode (niet van toepassing op hotrunner)
1RT=7~8 OZ1OZ=28,3g (inclusief ** coëfficiënt)
1 rt = 3024 kcal/H = 12000 btu/H = 3,751 kW
1KW=860 Kcal/H1 Kcal=3,97BTU
3, selectie koelwatertoren =A+B
Koelwatertoren RT= PK injectiemachine × 0,75 kW × 860 Kcal × 0,4 ÷ 3024
B, vriezer
Koelwatertoren RT= vriezerkoeling ton (HP)×1,25
TradeManager
Skype
VKontakte